donderdag 9 oktober 2008

Villa Gösta Berling

Het is in de eerste helft van het jaar 1922 als in ‘Het Vaderland‘ melding wordt gemaakt van het overlijden van H.W.J. Becht .

Hij woonde in Noordwijk in de Villa Gösta Berling aan de Zuidboulevard.

Rond 1911 is hij de uitgever van het boek ‘Avonturen als straatmuzikant’, door J. Louis Pisuisse en Max Blokzijl geschreven naar aanleiding van een beschermd zwerversbestaan waarbij zij de kost verdienen als straatmuzikant. Zij treden ook in Noordwijk op en komen daar ook nog in het gevang te zitten. Een amusant verhaal. U mag het van me lenen.

In die tijd is er sprake van een herdruk van het boek en Pisuisse die in de geldzorgen zit denkt dat een bezoek aan zijn uitgever hem voordeel zal brengen. Uit de Correspondentie met zijn vriendin Fie Carelsen blijkt hij echter niet al te veel trek te hebben in de logeerpartij.
"Mijn liefste lief
Scheveningen, 23 Aug. 1911.
Liefste Fieps -
De zaak [De zaak; Fie Carelsen denkt dat ze in verwachting is en wil zich laten aborteren. Het geld daarvoor heeft zij niet.] waarover je me schrijft is inderdaad zeer gewichtig. Ik arriveer ter nadere bespreking morgenochtend 11.22 Centraal-Station. Kom me maar afhalen. Ben je er niet, dan bel ik je wel op. Dag!
Swiep
Scheveningen, 29 Aug. '11
kurhaus theater
Directie:
Max van Gelder
Mijn allerliefste Fieps,
Ik ben zuur, lam, ziek en beroerd, heb de grootste ellendigheden aan m'n kop, die zich verzinnen laten en zit me hier in m'n kleékamer te verdommen. Vergeef onder die omstandigheden, dat ik niet lang of opgewekt schrijf. - Alleen zakelijk -
Komt niet naar Noordwijk. Ik moet er bij Becht logeeren en we zouden niets aan elkander hebben. Wat de ‘geschiedenis’ betreft. Komt die ellende nog werkelijk al mijn belabberdheden vergrooten, dan zal ik je geld sturen om te voorkomen dat een kind geboren wordt, waarvoor ik niet zorgen kan.
Elken dag trekt me dieper in de schulden. Ik weet er niet meer uit te komen
Vergeef me dat ik niet langer schrijf. Ik voel me te beroerd - Veel liefs als altijd van je Swiep.
Scheveningen, 14 Aug. 1912.
Mijn arme, lieve, kleine Vrouws,
Heb je zoo'n erge pijn gehad, mijn allerliefste, zonder dat mannie er was om je in zijn armen te nemen en te troosten? Heel den nacht en heel den dag heb ik vandaag aan je gedacht, en zeker was ik naar Amsterdam gekomen, als ik niet aldoor door - vergeefsche onderhandelingen met Van Gelder was in beslag genomen geweest. Ik hoop nu maar, dat als je dezen brief ontvangt, de operatie gelukt en de pijn geleden is. -
Ik zou anders, geloof ik, vandaag maar 'n povere zieketrooster zijn geweest, want ik ben zelf allerminst ‘lekker’, vreeselijk zenuwachtig en koortsig. Misschien dat ik later daarvoor ook het remedie weer zal vinden in de armen van mijn Lieveling.
Maar, dat zal toch niet vóor zaterdagmiddag kunnen zijn, want Vrijdag moet ik naar Noordwijk en zal dan één nacht bij Becht logeeren, die mij dat dringend vroeg en wien ik het niet goed weigeren kan. (Dat is nu slavernij, waarin je raakt door geldelijke verplichtingen.)"
Een van de meest bekende liedjes van Pisuisse, Ik wil gelukkig zijn , hier in een dramatische vertolking van Fien de la Mar in de film 'Bleeke Bet' uit 1934. Maar lang niet zo dramatisch als in het drama van het levenseinde van Pisuisse.