Noordwijkse Huizen pikt het artikeltje uit het Leidse Dagblad van vandaag 2 december 2014 en neemt gelijk de gelegenheid te baat om even een blik te werpen op de al eerder verzamelde artikeltjes in de Blog Noordwijkse Huizen. Gaan we:
Uit de bijdrage van 18 januari 2014
U bent ze bij Noordwijkse Huizen al zo vaak tegengekomen. Pander en zijn baby-vliegtuigen. Nog maar een keertje terug naar de vorige eeuw en de opkomst van de vliegtuigindustrie in Nederland. Zeilvliegen bij Noordwijkerhout - in het Langeveld- Noordwijks grondgebied. Proefvlucht door de heer J.E. Feyen uit Bussum. De belangstelling is groot!
ALS HET GELD WEER WAT LOSSER WORDT, VERWACHT MEN EEN GROOTE OPLEVING
Te Noordwijk wordt het zweefvliegen met enthousiasme en met goede resultaten veelvuldig beoefend. Hier zien we een blik op het strand, waar de oefeningen plaats hebben. De zweefvlieger zien we hier „los van den grond". Het vereischt veel atmosferische kennis en goede stuurmanskunst om zoo eenigeminuten in de lucht te kunnen blijven.
Flying is not dangerous at all. Rakelings voor de duinen bij de tweede badplaats van Den Haag, Kijkduin, was een groote roode vogel van de Imperial Airways neergestreken op het breede strand, langs een strandpaal geglipt en juist nog voor het opkomend water tot stilstand gekomen.
„Hinchcliff, the one eyed pilot" had een noodlanding moeten maken. Journalisten snelden naar Kijkduin en persten nieuws uit den lachenden luchtvaarder, die het geval heelemaal zoo erg niet vond als de menschen van de krant en dan ook laconiek op een vraag van één hunner, of de noodlanding bijzonder gevaarlijk was geweest, antwoordde: „Well, flying is not dangerous at all."!
.B.v. de vraag naar Nederlandsche machines voor amateurs is nog niet groot genoeg om een behoorlijk bedrijf continu met seriewerk aan den gang te houden. Seriewerk maakt, zooals bekend, het product goedkooper. Het betrekkelijk geringe aantal amateurs is bovendien oorzaak, dat de groote „men" nog niet heeft gezien welke vlucht de amateurvliegsport kan nemen.
Maar. . . . bedriegen de voorteekenen niet, dan staan wij aan een keerpunt. Van Tijen is de eerste amateur, die een echt degelijke, normale groote vlucht heeft gemaakt. De zakenman gaat zien, dat er in het eigen vliegtuig voor hem en zijn export-manager nieuwe mogelijkheden schuilen. Als de malaise het geld niet verslond en blokkeerde, dan zou de Panderfabriek al te klein zijn, want er hangen heel wat bestellingen in de lucht, maar het definitieve fiat tot den bouw waagt
geen zakenman thans uit te spreken.
De Delftsche studenten leven op, in Groningen staat een nieuw centrum van vliegsport op geboren worden, vele — merkwaardig genoeg — kleine gemeenten zinnen op een vliegveld voor amateurs. Het dringt aan alle kanten, maar het geld zit vast. Als.......
Uit de bijdrage van 27 juli 2010
Meubelbouwer Pander was nauw betrokken bij de ontwikkeling van de zweefvliegerij in Nederland. Wikipedia zegt hierover:
"De 'eerste' zweefvlucht: Op 15 december 1929 bracht de Duitser Alexander Lippisch, zweefvlieger en lid van het Rhön-Rositten Gesellschaft op verzoek van het KNVvL een bezoek aan de Nederlandse duinen. Na zijn positieve advies omtrent de mogelijkheid van zweefvliegerij in Nederland, begon constructeur Theo Slot van Pander op eigen houtje een zweefvliegtuig te bouwen gebaseerd op de Stamer & Lippisch Zögling. In eerste instantie zou Henk van der Maas - de eerste Nederlander met een in Duitsland behaald zweefvliegbrevet - de eerste vlucht met de Zögling uitvoeren. Van der Maas was echter ziek, en Slot benaderde toen Co van Tijen . Van Tijen kreeg wat tips van Henk van der Maas en steeg op 6 april 1930 op vanaf de Duindamse Slag bij Noordwijk, onder toezien van ir. Wim von Hemert (en zijn vrouw), Theo Slot en ir. Albert Gilles von Baumhauer (namens de Rijksluchtvaartdienst). Een monument in de duinen herinnert aan dit moment. Het was echter niet de eerste zweefvlucht boven Nederland met een toestel van Nederlands fabrikaat - die eer komt toe aan lt. Willem-Hendrik Schukking op 28 juli 1908 nabij legerplaats Zeist - maar wel de vlucht die de zweefvliegerij in Nederland inluidde."
Uit de bijdrage van 21 februai 2009:
Op een winderige zaterdagmiddag in september 1930 werd in de duinen ten noorden van Noordwijk de nieuwe hangar geopend van de Eerste Nederlandse Zweef Club [nu Kennemer Zweefvlieg Club]. Toen de Amsterdammer W.N. van Neyenhoff trek had in een lekker bakkie besloot hij koers te zetten naar Rotterdam.
Want alleen 'van Nelle's' thee en koffie zijn- volgens het advies van Piggelmee's vrouwtje, van de beste kwaliteit. Hij stapte in zijn 'Adelaar', liet boven Noordwijk de trossen vieren en daar zweefde hij, hoog in de wolken richting Rotterdamsche Aero Club.
.....en er is nog veel meer, wacht geduldig af......