Na het gruwelijke verhaal van gisteren over de Moord in Noordwijk, vandaag maar iets heel erg liefs: het verhaal van het Engelenkopje. Afkomstig uit de Oude Jeroenskerk in Noordwijk is het ooit als museale schat verhuisd naar Museum de Lakenhal in Leiden.
"Men weet, dat de kerk te Noordwijk in 1429 officieel door Bisschop Sweder tot bedevaartsplaats werd verheven, en toen natuurlijk schooner werd ingericht. Men weet verder, dat in 1449 een brand uitbrak, die de bekapping en de glasramen verwoestte en ook van binnen veel schade aanrichtte. Door een beschikking van Filips van Bourgondië werden de parochianen echter in staat gesteld, hun heiligdom in grooteren luister te herstellen en zelfs te vergrooten. Het is niet zeker of het engelenbeeld van vóór den brand of van onmiddelijk daarna dagteekent, doch het is in ieder geval uit de eerste helft der 15de eeuw, vervaardigd door een zuidelijken beeldhouwer."
"In December 1935 werd de Lakenhal verrijkt met een Engelenbeeld, afkomstig uit de oude St. Jeroenskerk, thans Ned. Herv. Kerk te Noordwijk Binnen. Ofschoon dit beeld in de dagen van den beeldenstorm deerlijk is geschonden - de vleugels en de armen zijn afgebroken en slechts borst en hoofd zijn over - is het fragment van zoo sublieme schoonheid, dat we er een korte beschouwing aan wijden." Een liefdesverklaring is de beschrijving van het Engelenhoofd geworden, een 'Lovesong' van de eerste orde!
Uit die beschrijving door N.J. Swierstra [Leidsch Jaarboekje 1935-1936/ nummer 28] het volgende:
"De beeldhouwer schiep naar het ideale beeld van een engel, dat in zijn ziel leefde."
- Hoe zeldzaam fraai is de ronding van hals, kin en wangen, de edele spanning van het voorhoofd.
- De oogen, onder de nobele welving der wenkbrauwen schijnen over de zondige wereld heen in de verte te kijken.
- Beschouw het kleine, edelgevormde mondje, dat de puurheid van Gods nabijheid schijnt te proeven
en als gereed is, om een goede boodschap te uiten. - En boven dat mondje kunnen we ons gemakkelijk een fijn en edel gevormd neusje denken. Het gemis
daarvan, doet aan de expressie van het geheel niets af. - ook de golven van het haar, den haarband, de plooienval van den mantel en de kraag met het fijne Gothische versierings motief bewerkt."