De 22 jarige L.W. verkeert op Sint Nicolaasavond 1909 in 'goede welstand' zoals hij zelf beschrijft maar met andere woorden, hij heeft een slokkie te veel op. Hij wordt baldadig en inplaats van het zingen van het ondeugende "Sinterklaas is jarig, zet hem op de pot, ooh wat stinkt dat ventje, doe de deur op slot" nee erger, veel erger. Hij gooide schipper Filippes Gordijn door de ruit bij de weduwe G. De ruit was verzekerd en nog de weduwe nog de schipper ondervonden hinder van deze daad. Toch mocht het niet van het O.M. Hij moest een boete van 10 gulden betalen of tien dagen brommen.