vrijdag 26 mei 2017

De Intuïtie van een Noordwijkse Blogger, R.I.P. máár Nog Net Niet Verdwenen




Het heeft alles weg van een tranentrekker uit de vorige eeuw: ........Een in de bloei van zijn leven verkerende man. vader en heer, komt te overlijden, een weduwe en zijn wezen in behoeftige omstandigheden achterlatende. 


De Weduwe, een vrouw met karakter neemt het failliete familie hotel Noorzee in Noordwijk aan Zee over herdoopt het in  "Opduin" en zie zij bouwt daar aan haar toekomst.  Een gouden  horizon lacht aan de einder..... eerst nu, honderd jaar later is daar dan toch de ondergang voor het van ouds befaamde familiehotel.....zal de oude blog afleveringen er even bij zetten.........en o, mocht u zin hebben in verder onderzoek, de familie waaruit mevrouw de directrice stamt...............buitengewoon interessant!

 Heden den I7en November 1915, ten verzoeke van: ie. Mevrouw EMILIE LEDEBOER, weduwe van den Heer JACOB HENDRIK BRANDSMA, wonende te Hilversum; zoo voor zich zelf als in haar hoedanigheid van moeder-voogdes over ENGBERT-en BERNARD JACOB BRANDSMA 2e. Mejuffrouw ELISABETH BRANDSMA, candidaat in de wis- en natuurkunde, wonende te Amsterdam, beiden in deze te Arnhem domicilie kiezende ten kantore van Mrs. DE WILDE en LAMAN TRIP, advocaten en procureurs aan het Willemsplein 10, van wie Jhr. Mr. H. LAMAN TRIP door haar wordt gesteld tot procureur in deze procedure; heb ik, PETER BAERENDS, ie deurwaarder bij de Arrond.-Rechtban'k 'te Arnhem, w». nende aldaar, voor de tweede maal Gedagvaard alle zoo bekende als onbekende of afwezige belanghebbenden bij de nalatenschap van den op 30 Maart 1914 te Arnhem overleden Heer ENGBERT of ENGBERTUS BRANDSMA, exploit doende door aanplakking van een afschrift dezer dagvaarding aan de hoofddeur van de gehoorzaal der Arr.-Reohtbank te Arnhem, terwijl een tweede afschrift door mij is overgegeven aan den heer Officier van Justitie bij dat college, den Edelachtbaren Heer Mr. J. V.'. E, VAN HARENCARSPEL, die het origineel dezer met „gezien" heeft geteekend, en eindelijk een gelijk afschrift éénmaal zal worden geplaatst in de Nederlandsche „Staatscourant" en iii de „Arnhemsche Courant"; om bij procureur te verschijnen ter terechtzitting van de Arrond.-Rechtbank te Arnhem te houden op Donderdag den 8en Juni 1916, des voormiddags te 10 uur, in het Paleis van Justitie aan de Groote Markt aldaar, zulks ten einde eischers te hooren voordragen: dat ENGBERT of ENGBERTUS BRANDSMA, die te Arnhem woonde, aldaar 30 Maart 1914 is overleden, nalatende tot eenige erfgenamen JACOB HENDRIK BRANDSMA en ELISABETH BRANDSMA;
















dat die erfgenamen 6 April 1914 ter Griffie dezer Rechtbank verklaring hebben afgelegd, dat zij den nalatenschap van genoemden E. BRANDSMAaanvaardden onder het voorrecht van boedelbeschrijving; dat die erfgenamen die nalatenschap hebben beheerd, en zooveel mogelijk tot effenheid gebracht en rekening en verantwoording hebben willen doen, waartoe èij, nadat de rekening met de bescheiden ter Griffie van deze Rechtbank ter inzage van belanghebbenden was neergelegd, krachtens beschikking van dat college van 13 November 1914 de belanghebbenden bij openbare dagvaarding hebben opgeroepen om te verschijnen ter terechtzitting van 24 Juni 1915; dat — nadat tegen de niet-verschenen gedaagden verstek was verleend — bij beschikking van diezelfde Rechtbank, d.d. 7 October 1915 een tweede openbare dagvaarding is bevolen en bepaald, dat deze met inachtneming van een termijn van zes maanden moet worden uitgebracht en geplaatst in de Nederlandsche „Staatscourant" en de „Arnhemsche Courant";dat intusschen de erfgenaam JACOB HENDRIK BRANDSMA is overleden en tot zijn erfgenamen heeft nagelaten fliens echtgenoote en kinderen, de eischers sub ie, die op hun beurt die nalatenschap hebben aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving; En op die gronden concludeeren, dat het der Rechtbank behage: ie. gedaagde te veroordeelen om ten overstaan van een daartoe te benoemen Rechtercommissaris de door eischers te doene rekening en verantwoording van de onder het voorrecht van boedelbeschrijving aanvaarde nalatenschap van ENGBERT of ENGBERTUS BRANDSMA met de reeds verschenen belanghebbenden op te nemen en goed te keuren; 2e. de kosten dezer procedure te brengen ten laste van de nalatenschap of, voor zoover tegenspraak wordt gevoerd, ten laste van hen, die tegenspreken. De kosten zijn van mij, deurwaarder, ƒ8.14x. Gezien en. afschrift overgenomen. P. BAERENDS, ie deurw. Arnhem, den I7en November 1915. De Officiér van Justitie, (get.) J. W. E. VAN HARENCARSPEL. t.
Pension Noordwijk
 Het zijn donkere dagen voor hotelhouder D. Doncker, Nieuwe Kerkstraat 61 te Rotterdam, tevens exploiterende Hotel-Pension Noordwijk te Noordwijk. Hij kan het niet bolwerken en is per 15 september 1915 failliet verklaard. Jammer voor de man maar het hotel-pension vindt gelukkig een nieuwe exploitant die het bedrijf onder de naam 'Pension Opduin' voortzet.