Mooi stukje geschiedenis komt via de brievenbus binnen. Dank daarvoor. Het is een klein stukje tekst uit een lokale krant van het jaar 1966 met het Noordwijk 100 Jaar Logo Zeepaardje in de linkerbovenhoek. De tekst is niet compleet; een hele tekstkolom ontbreekt en ook de naam van de schrijver ontbreekt. Men denkt dat het een Vermeulen of een van der Meulen is geweest.... U begrijpt, de hele tekst - compleet is meer dan welkom- Maar nu verder met dat gedeelte dat nog over is:
De ..tekst start met "Herinneringen uit onze......"1 augustus 1944 was een rampjaar.........""ons mooie Noordwijk......" en dan begint het verhaal......"
Met heel veel genoegen neem ik deel aan uw opstellenwedstrijd naar aanleiding van het 100 jarig bestaan van de badplaats Noordwijk en wel in de afdeling boven de 60 jarigen. Ik zal trachten hiernavolgend enige herinneringen van vroeger op te halen.
Visvangst
Grootvader van vaderskant emigreerde van Katwijk naar Noordwijk aan Zee, hij werd hier strandvonder, hetgeen toen nog een beroep van betekenis was. Men leefde toen nog in de tijd van de zeilvaart, in de winter werden vele koffen, barken enz. ontredderd op het strand gedreven, 't hout opgeslagen en in 't voorjaar verkocht. Vader was in later tijd scheepstimmerman en woonde in het oude redershuis naast de groene schuur achter Seinpost waar bommen werden gebouwd. Als een bom klaar was werd deze op rollen naar het strand gebracht en nam in augustus deel aan de haringteelt, in de winter -- bij goed weer-- naar de kantvisserij. Zaterdag 's morgens kwamen de bommen naar het strand, de gevangen vis werd netjes daarop uitgespreid en door Piet-Leen afgeslagen. In mijn huiskamer hangt nog een schilderij van wijlen onze plaatsgenoot Ludolf Berkemeijer voorstellende twee bomschuiten op het strand. Wanneer ik naar dit schilderij kijk, leeft het verleden voor mij op en zie ik mij als kleine jongen aan de hand van vader naar het strand gaan. Wij woonden toen aan de Oude Zeeweg (nu Jaap Exter) en kwamen dan langs de oude Herberg van Jannetje Vliet, (later Oranje Hotel). Deze bejaarde vrouw was van zessen klaar want naast haar herberg oefende zij in de winter, met enige hulpen, een slachterij uit. De meeste inwoners hielden varkens en in november gingen de slachtoffers naar Jannetje waar zij geduldig langs een schutting op hun dood stonden te wachten. Bij de slacht van ieder varken werd een borreltje gedronken, zodat in de late namiddag nog al eens perikelen ontstonden. Wij gingen zaterdag 's morgens naar het strand en vader kocht dan, ook voor zijn broers, een ferme hoeveelheid verse vis en 's middags werd overal gebakken. 's Maandags bij hoog water gingen de bommen weer naar zee: "Op hoop van Zegen".
Het goede werk van van Jannetje Vliet was al eerder onderwerp van aandacht zoals blijkt uit deze ingezonden brief door Jan Kloos in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 23 juni 1916.
Zij voorkomt dat het in perkament gebonden boek dat de naam heeft: Register van de graven in de Kerk te Noortwijk aan Zee, volgens de verboeking ten overstaan van Balliuw en Schout A. Hoogop van 1780 tot 1827.
Vraagt u zich - net als Jan Kloos af- Hoe kwam dat manuscript daar bij een Katholieke vrouw? Men had het haar gebracht om scheerpapiertjes te knippen. Zij heeft echter het boek overgegeven en door mijn vriend in mijn verzameling laten deponeeren........ vraagt Noordwijkse Huizen zich weer af.... waar zou het nu zijn gedeponeerd.....zou het nog wel eens door willen bladeren.......
Nog meer over de strandtaveerne
ziet u hier.